Werf: W. Van der Eijk

in Delft

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "W. Van der Eijk".

Algemeen

De werfcode is: =Eijk-Delft
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Rotterdamscheweg 121 (of 176), Vrijenban in Delft (N.B.: voor Vrijenban: zie aldaar.).  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 9 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 5 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk tuindersschuiten, veldschuiten, westlanders etc. .

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1898.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1929.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Bijzonderheden

Enkele metingen geven Vrijenban als plaats van de werf aan. De gemeente Vrijenban is op 1 januari 1921 opgeheven en grotendeels bij de gemeente Delft gevoegd; enkele kleinere gedeelten werden toegevoegd aan de gemeente Pijnacker.

De werf was een schuitenwerf. Kleine scheepjes, die normaal niet gemeten werden, dus zo goed als onzichtbaar in de Liggers. Hij bestond in ieder geval al in 1866 want op 15 mei 1916 gedenkt J. 's Gravemade dat hij 50 jaar geleden bij W. van der Eijk, scheepmaker, in dienst trad.

Er komen in die regio heel veel (Van) (der) Eijk-en voor. Maar ik vermoed dat we te maken hebben met Wouter van der Eijk (1832-1918). Dat is een interessante man die naast "scheepmaker" ook raadslid en (later) wethouder van Vrijenban geweest is. Maar met een slag om de arm: nogmaals, er waren vele Van der Eijk-en rond Delft.

Er is in de jaren na 1870 een wethouder in Vrijenban actief die C. (Cornelis) van der Eijk heet. Rond 1875 wordt ook W. (Wouter) van der Eijk actief: eerst in advertenties waarin hij anderen aanbeveelt voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer. In 1879 overlijdt C. van der Eijk, daarna treedt W. van der Eijk meer op de voorgrond. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1885 wordt W. van Eijk in de raad van Vrijenban herkozen met 68 van de 82 uitgebrachte stemmen. Herkozen, we mogen dus aannemen dat hij vanaf 1879 in de raad zat. (Gemeenteraadsverkiezingen vonden toen eens in de zes jaar plaats.) Ook in 1891, 1897 en 1903 wordt hij herkozen. In 1903 is hij lid van de Liberale kiesvereniging.

In 1899 wordt W. van der Eijk herbenoemd (weer herbenoemd!) als wethouder van Vrijenban. Ik wil nogmaals benadrukken dat het niet om de werfeigenaaar /hoeft/ te gaan, maar in die dagen was wethouder een part-time en onbezoldigde functie - je moest enig eigen geld hebben (en voldoende vrije tijd) om wethouder te zijn. De werfeigenaar kan dus prima ook wethouder zijn. Pas in 1915 geeft Van der Eijk het op: "VRIJENBAN. De nestor der leden, de heer Vander Eijk, sedert 1879 raadslid en sinds 1887 wethouder, heeft meegedeeld, dat hij zich wegens zijn hoogen leeftijd voor een herbenoeming niet beschikbaar zal stellen."

De scheepswerf blijft onderbelicht. We komen hem een paar keer tegen bij de gevonden voorwerpen. Zo is in novermber 1900 "een nieuwe harington" komen aandrijven bij de werf. In 1915 is op de werf "een goud damesringetje" gevonden. In beide gevallen te bevragen bij "Van der Eijk, Scheepmaker, gem. Vrijenban".

Op 19 oktober 1918 overlijdt in Vrijenban Wouter van der Eijk, 86 jaar oud. Wederom geen garantie dat dit de werfeigenaar is, maar de leeftijd zou kunnen kloppen. Deze W. van der Eijk moet dus in 1832 geboren zijn (1918 min 86). Als het de werfeigenaar is dan was hij in 1866, toen die werknemer begon, 34 jaar. Oud genoeg (en niet te oud) om een werf te starten. Het adres Rotterdamscheweg 121 komt overigens uit de rouwadvertentie.

In de Maassluise Courant van 7 mei 1919 probeert de werf van de "Gebr. van der Eijk, Rotterd. weg, Vrijenban, bij Delft [...] een of twee scheepmakers, met houtwerk bekend" te werven. Daaruit kunnen we comcluderen dat de zoons(?) van W. van der Eijk de werf hebben overgenomen. Dat "met houtwerk bekend" is opvallend, want alle /gemeten/ schepen van Van der Eijk zijn van ijzer of staal.

De werf komt daarna enkele keren voor bij de jaarlijkse lijsten over gebouwde en op stapel staande schepen in het tijdschrift Scheepvaart. In 1920 staat "Scheepsbouwwerf van Gebroeders N. en D. van der Eijk, Vrijenban" er trots bij. Zij hebben in 1920 vier vletten te water gelaten, en ze hebben op 31 december 1920 nog eens één vlet op stapel staan.
Dan blijft het stil tot eind 1926. In dat jaar heeft de werf (nog onder dezelfde naam als in 1920, maar nu natuurlijk in Delft) vier vletten tewatergelaten, twee schouwen, een vletschouw en een roeipont. Allemaal kleine scheepsjes: de grootste is 11 ton, de kleinste is 2 ton. In 1927 een vlet, twee pramen, een schouw en een motor westlander (de 'Hendrik' voor H. de Winter in Delft). Op de Westlander na allemaal kleine scheepjes, maar die Westlander mat dan tenminste een respectabele 20 ton.

Daarna valt er in in de kranten weer een doek over de werf. maar in 1929 is er dus nog een vlet van de Gebr. Van der Eijk gemeten. En dan zijn er in 1931 toch weer twee vletten en een "boot" opgeleverd. Voor dat jaar staan de maten erbij: die twee vletten zijn 11,00 x 2,35 x 0,75, dus nou ook weer geen piepkleine scheepjes, echte tuindersvletten.

Maar dat was kennelijk hun zwanenzang. Rond 20 september 1932 schrijven de Gebroeders N. en D. van der Eijk zich uit uit het Register van de Kamer van Koophandel. Anders gezegd: ze beëindigen de werf. Ze zijn niet failliet, ze trekken er zelf de stekker uit.

(JS, juli 2022)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!