Werf: J.A. en A.C. de Graaf

in Waspik

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "J.A. en A.C. de Graaf".

Algemeen

De werfcode is: =Graaf-Waspik
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Overdiepse Kade in Waspik.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 61 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 32 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk binnenschepen.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1889.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1929.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Bijzonderheden

Het gaat hier om twee werven, eerst van 1870 tot ca. 1900 de werf van J. (Johannes) de Graaf, daarnaast en daarna de Gebroeders J.A. (Jacob Abraham) en A. C. (Abraham Cornelis) de Graaf, van 1896 tot kennelijk rond 1918.

Mijn voornaamste bron is een serie artikelen over "De Scheepswerven van Waspik", in het bijzonder aflevering 10: "De scheepstimmerwerven van de familie de Graaf" en deel 11: "De bouw van ijzeren schepen in Waspik". Deze stonden on-line bij de op de website van Heemkundekring "Op 't Goede Spoor" te Waspik, maar ze zijn thans (2023) van die site verdwenen. Een auteur is me ook niet bekend.

George Snijder noemt in De Canon van Nederland twee werven van "Van de Graaf" in Waspik, zonder op de adressen in te gaan. Dat woordje "Van" moet een verschrijving zijn, verder spreekt iedereen over De Graaf. Er is slechts één meting (R15217N) die de werf "Gebr. vd Graaf" noemt en dat is een meting uit 1946 van een schip dat in 1898 gebouwd is. Dat nemen we dus met een flinke korrel zout.

De eerste werf zou volgens De Scheepswerven van Waspik aan het thans gedempte deel van de haven in Waspik gelegen hebben, tussen de Havendijk en de Veerstraat. De werf moet ongeveer gelegen hebben waar nu de A59 Waspik in tweeën snijdt. Van 1740 tot 1833 zat op deze plaats de werf van Borstlap. De laatste Borstlap, Thomas, overleed op 22 januari 1833. De werf werd overgenomen door zijn meesterknecht, Rochus (of Rokus) de Graaf die toen 43 jaar oud was. Rochus overleed op zijn beurt in 1870. De werf werd voortgezet door zijn beide zoons: Johannes en Floris, waarbij Johannes de leiding had. In 1878 werd het huiten woonhuis op de werf afgebroken en een nieuw, stenen woonhuis gebouwd op het (huidige) adres Veerstraat 21. Het heeft een gevelsteen met de inmiddels zo goed als versleten tekst: "Abraham Cornelis de Graaf 1878". Abraham Cornelis was een zoon van Johannes, toen 6 jaar oud. Aan de zijkant van het huis is nog een hijsbalk te zien waarmee materiaal voor de werf op zolder kon worden opgeslagen.

In 1889 kreeg Johannes de Graaf vergunning van de gemeente "voor het oprichten van een smederij en scheepswerf voor ijzerbouw". Je mag aannemen dat hij vanaf dat moment dus ijzeren en later stalen schepen is gaan bouwen. De langshelling werd omgezet in een dwarshelling. Dat achterste, thans gedempte, gedeelte van de haven moet een pijpenla geweest zijn, er was beslist geen ruimte om de steeds grotere schepen van een langshelling te laten lopen.

In 1896 kocht Johannes voor zijn zonen Jacob Abraham en Abraham Cornelis een terrein aan de Overdiepse polder, bij het Waspikse Veer. De twee broers begonnen daar hun eigen scheepswerf, pal naast het toenmalige veer. Ze pachtten overigens ook de veerrechten en voerden die uit "met pont, aak en schouw". Beide werven moeten een jaar of vijf naast elkaar bestaan hebben. De Overdieper polder ligt tegenover Waspik, aan de andere kant van het Oude Maasje. Daar was veel meer ruimte voor een werf en een bewaard gebleven foto toont een behoorlijke werf met een dwarshelling van tenminste drie hellingwagens. Op deze plaats ligt de huidige jachthaven Het Oude Maasje. Ik heb deze locatie op het kaartje ingetekend.

Johannes was behalve scheepsbouwer ook kerkvoogd van de Hervormde Kerk te Waspik en wethouder in Waspik. Wat De Scheepswerven van Waspik niet vermeldt is dat de werf in Waspik zelf, dus die van J. de Graaf, vlak voor of in 1901 failliet is gegaan. We weten dat van niemand minder dan de commissaris van de Koningin in Noord Brabant, die nauwkeurig verslag hield van zijn werkbezoeken. Hij schrijft: "Den 5den Augustus 1896 bezocht ik de gemeente Waspik; te 9.45 kwam ik aan het station Waspik aan, en werd ik in ontvangst genomen door de twee wethouders, van wie de jongste – De Graaf – een speech tegen mij hield." Maar als hij vijf jaar later terug komt: "Den 17 October 1901 kwam ik weer in de gemeente; de wethouder De Graaf, die een scheepswerf had, is gefailleerd en heeft daardoor opgehouden lid van den Raad te zijn." Je mag dus aannemen dat vanaf dat moment alleen de werf aan de Overdiepse Kade nog bestond.

Dat beeld komt goed overeen met de (eerste) metingen. Tot ongeveer 1900 noemen de metingen vrij consequent J. de Graaf, daarna is het merendeels J.C. en A.C. de Graaf, of Gebroeders De Graaf.

Wederom volgens De Scheepswerven van Waspik stopt de werf in de Overdiepse Polder in 1918 met nieuwbouw, daarna werd het een reparatiewerf. Ook dat klopt weer met de metingen, de laatste meting van een schip van de Gebroeders De Graaf is uit 1915. Dan volgen nog twee metingen van een schip uit 1929, dat gebouwd is door C. de Graaf. De derde generatie misschien? Die is dan wel op een buitengewoon ongelukkig moment ingestapt, vlak voor de depressie van de jaren dertig. In 1932 ging ook de werf in de Overdiepse Polder falliet. Pas in 1950 werd het terrein gesaneerd en, als gezegd, thans zit daar de Jachthaven het Oude Maasje.

We vinden later nog één meting van een De Graaf in Waspik. Meting RN539 betreft een motorjacht uit 1969, gebouwd door Machinefabriek De Graaf. Familie, of is de naam toeval? In ieder geval gaat het niet om een van de twee hier behandelde werven.

Volgens de normen zou ik elk van de twee werven een apart lemma moeten geven. Maar er zou dan zoveel overlap in de teksten zitten, dat dat een beetje scherpslijperij zou zijn. Erger is nog dat het niet duidelijk is welke schepen uit de periode 1896 - 1901 nou precies bij welke De Graaf gebouwd zijn. Ik maak er, ook al wegens de familiebanden, maar één uitgebreid lemma van.

(JS, maart 2023)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!