Werf: Scheepsbouwwerf Werklust G.B. Meijer

in Musselkanaal

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "Scheepsbouwwerf Werklust G.B. Meijer".

Algemeen

De werfcode is: =Meijer-Musselkanaal
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Marktkade t.h.v. Stationsstraat in Musselkanaal.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 27 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 16 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk binnenschepen.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1893.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1907.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Bijzonderheden

Gerhardus Bernardus Meijer leefde van 1854 tot 1930. Hij is in 1880 getrouwd met Anna Engelina Vos (1861-1938) en is in dat jaar een smederij begonnen in Musselkanaal. Dat is bijzonder, want zijn vader was kleermaker en zijn schoonvader was landbouwer. Het echtpaar Meijer kreeg in totaal tien kinderen, acht meisjes en twee jongens. Zij hebben geen van allen de werf overgenomen.

In de trouwacte uit 1880 staat dat Meijer grofsmid is. Bij de geboorte van zijn (zevende) kind in 1894 geeft hij als beroep op: scheeptimmerman en later, bij de geboorte van het 8e kind in 1897: scheepsbouwer. Maar in 1922 wordt hij als landbouwer aangeduid.

De scheepsbouw volgt uit de smederij. Of moeten we zeggen: eerst een constructiewerkplaats, dan scheepsbouw? Zie deze advertentie uit december 1887 in de Provinciale Drentse en Asser Courant: "G.B. Meijer, Stads-Musselkanaal, stoomgrofsmederij, koper- en metaal-gieterij, galvaniseer-inrichting, levert gegalvaniseerde, gegoten en gesmeede ijzerwerken voor openbare en particuliere werken. Specialiteit in bruggenbouw, ijzeren vlotpramen en schuiten in alle afmetingen. [enzovoorts]" Die advertentie wordt in de jaren daarna regelmatig herhaald, ook in andere regionale kranten.

Volgens Snijder heeft Meijer zich rond 1880 als grofsmid aan de Marktstraat gevestigd. In 1886 vraagt hij vergunning aan om een stoommachine te plaatsen die de werktuigen in zijn werkplaats moet gaan aandrijven. In 1890 vraagt hij vergunning aan om ijzeren schepen te gaan bouwen.

Dat wil niet zeggen dat Meijer zich daar uitsluitend op toelegde. In 1891 heeft hij een ijzeren draaibrug gebouwd, die, na wat omzwervingen, uiteindelijk terechtkwam bij Humosa in Dedemsvaart. Die brug bestaat nog steeds.

In 1898 adverteeert hij in het Nieuwsblad van het Noorden met een tweedehands praam. Dan noemt hij de werf: "de ijzeren scheepsbouwwerf van G. B. MEIJER, Stads-Musselkanaal". De overgang naar (uitsluitend) scheepsbouw is dus kennelijk voltooid.

En dan, in het Nieuwsblad van het Noorden van 21 december 1907 ineens een advertentie: "Scheepswerf. Wegens terugtrekking uit de zaak te koop of te huur, de ijzeren Scheepsbouwwerf „WERKLUST", met de daarop aanwezige GEBOUWEN, als: ruime fabriek voor ijzerconstructiën, groote houten werkloods, timmerwinkel, kantoor en annexe bergplaats; gelegen op den mooisten stand te Musselkanaal, in de onmiddellijke nabijheid van het ontworpen Station v/d. geprojecteerden Spoorweg Stadskanaal— Duitsche grens; en wegens de gunstige ligging en het ruim terrein ook voor andere industrieele doeleinden zeer geschikt. [...] Desverkiezend kunnen de volledige werktuigen en gereedschappen — alsook een of meer woonhuizen, naast de werf gelegen —op zeer aannemelijke conditiën worden overgenomen. Te bevragen bij den eigenaar G. B. MEIJER, Musselkanaal".
De werf wordt kennelijk niet onmiddelijk verkocht, want op 19 februari 1908 wordt de advertentie opnieuw geplaatst, met als toevoeging: "N.B. Voor nieuwbouw van één of meer schepen direct bestelling aanwezig." Dus wel orders, maar Meijer wil toch van de zaak af. Kennelijk geeft hij de hoop op het terrein en de inventaris tegelijkertijd te verkopen, want op 20 mei 1908 kondigt Notaris Engwirda te Stadskanaal in het Nieuwsblad van het Noorden een "boeldag" aan op 2 juni waarin de inventaris afzonderlijk geveild zal worden.

De wervenlijst van Binnenvaartaal meldt dat de werf na 1907 mogelijk nog twee jaar voortgezet is door De Boer, maar geeft daarvoor geen bron.

Meijer is niet failliet of het leven moe. In een advertentie in het Nieuwsvlad van het noorden van 8 april 1910, waarin hij een tweedehands bolpraam aanbiedt, noemt hij zichzelf "G.B. Meijer, rustend Scheepsbouwer, Musselkanaal".
In 1911 verkoopt Meijer volgens Schuttevaer nog een schip: "Het te Musselkanaal thuisbehoorend zeiltjalkschip „Anna Gerarda”, reeder de heer G. B. Meijer, aldaar, is naar Duitschland verkocht. "

Misschien heeft het niets te maken met de werf, maar misschien stond er nog een oude rekening open: eind 1910 of begin 1911 heeft de 38-jarige Jurriën P. te Valthermond G.B. Meijer mishandeld "door dezen met een scherp voorwerp aan het hoofd te verwonden." Op 12 mei 1911 is P. hiervvor door de rechtbank te Assen veroordeeld. Op 14 september 1911 is dit vonnis door het hof van appèl in Leeuwarden bevestigd. P. is overigens nog voortvluchtig.

Daarna komen we Meijer tegen in wat ik zou willen omschrijven als ongeregelde handel. Nu eens biedt hij paarden te koop aan, dan wil hij ze juist kopen. Hij verkoopt ook 500 meter smalspoor en wat later een serie kiepkarren. Verder bonenstro, koetsjes (een "breack"en een "charette"), pootaardappelen, noem maar op. Eén keer verkoopt hij zelfs een huis in Drouwenerveen, en in 1916 verkoopt hij "prachtige bouwterreinen aan de ontworpen Stationsstraat naar het Hoofdstation Musselkanaal-Valthermond." Ik neem aan is dat het om het voormalige werfterrein gaat. Dus is het hem in 1909 dus niet gelukt het werfterrein te verkopen. In november 1922 is Meijer verantwoordelijk voor de aanbesteding van de "Rolbrug in de weg te Vledderveen". Hij is duidelijk van alle markten thuis! In 1924 blijkt dat hij het werfterrein nog steeds niet kwijt is. Nu biedt hij bouwterrein aan ter weerszijden van de Stationsweg, die dus inmiddels is aangelegd, dwars over het terrein van zijn voormalige werf. Zelfs na zijn dood in 1930 moet zijn weduwe nog wat losse handel verkopen: wederom een koetsje, dit keer een "barouchette op collingassen." Daarna wordt het stil.

Nog één keer staat de werf in de krant, en wel op 23 mei 1944 in de Noord-Ooster. Het artikel heeft terecht als kop: Vergane Glorie.
MUSSELKANAAL, 3 Dec. 1891. (Uit een oude „Nieuwe Veendammer Courant.") „Naar men verneemt is aan den heer G. B. Meijer alhier de bouw opgedragen van een ijzeren Rijnschip, dat zoo groot zal worden als er hier of te Stadskanaal nog geen gebouwd is. Het vaartuig wordt n.l. 106 voeten lang, 21 voet breed en 8 voet hol, en zal ongeveer 230 tonnen meten. Te dien einde is men reeds bezig een tweede werf aan te leggen, daar het schip in de richting langs het kanaal zal gebouwd worden, om dwars te water gelaten te worden. Daar de sluizen te Stadskanaal niet de ruimte hebben om het schip door te laten, zal het via Terapel door het Pruisische kanaal en langs de Eems afgevoerd worden. Het schip wordt gebouwd voor rekening eener Hollandsche firma." De jongere generatie zal zich niet kunnen voorstellen, dat er te Musselkanaal zooiets bestaan heeft. De ouderen weten echter nog heele verhalen ie vertellen over de bedrijvigheid, die er toen tegenover de Stationsbrug heerschte. In plaats van genoemde brug lag er toen nog een smalle draai bij bakker Luursema. Thans is van dat alles niets meer te zien: de vrachtwagens naar het station rijden over wat vroeger één der grootste werven in de Veenkoloniën was! ..."

Eén der grootste werven van de Veenkoloniën is misschien wat teveel eer, maar het was zeker geen piepkleine werf, MarHisData heeft 10 zeegaande tjalken uit de periode 1895-1904 die bij Meijer gebouwd zijn. Dat blijkt ook uit de metingen: in de ruwweg 14 jaar tussen 1893 en 1907 zijn er 16 eerste of enige metingen, dus dat is gemiddeld meer dan een schip per jaar. Ook "de Wachter" noemt dit in 1895 een grote werf: "Te Musselkanaal (Gr.) hebben de werklieden, werkzaam aan de groote ijzeren scheepsbouwwerf van den heer G. B. Meijer, den arbeid gestaakt. Zij eischen hooger loon." (Dat liep volgens "Het Vaderland" een maand later zò af: "enkele stakers zijn op de oude voorwaarden weder aan ’t werk gegaan, terwijl de overigen elders arbeid hebben gevonden.")
In 1903 werden volgens "De Ingenieur" op de werf zes (!) nieuwe schepen te water gelaten, met een geniddelde lengte van zo'n 21 meter. We hebben daar maar een paar metingen van. Dus in werkelijkheid zal er wel meer op de werf nieuwgebouwd zijn dan uit de metingen blijkt.

Snijder is wat vaag over de vraag waar de werf nu precies stond: Marktstraat of Marktkade. Hij noemt bij de vergunningaanvraag uit 1880 de Marktstraat. Volgens hem moest de werf in 1920 al wijken voor de aanleg van de Stationsstraat (dan zou hij aan de Marktkade gelegen hebben), maar hij vertelt ook dat het hellinghuis in 1958 is afgebroken om plaats te maken voor de Technicumstraat - en die ligt aan de kant van de Marktstraat. Uit het bovenstaande blijkt dat de Marktkade het meest waarschijnlijk is.

Foto van de werf bij Snijder.

(JS, november 2021)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!