Werf: Fa. Gebr. Moerbeek

in Amsterdam

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "Fa. Gebr. Moerbeek".

Algemeen

De werfcode is: =Moerbeek-Amsterdam
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Aan het einde van de Schimmelstraat (Kinkerbuurt) in Amsterdam.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 35 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 27 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk dekschuiten.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1893.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1932.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Bijzonderheden

De metingen voor deze werf vallen in twee groepen uiteen. In de periode 1893 - 1904 wordt de werf consequent aangeduid als C. Moerbeek. Dan volgen er een tijdlang geen metingen, en in de periode 1924 - 1932 wordt de werf consequent aangeduid als Gebr. Moerbeek of Fa. Gebr. Moerbeek.

C. Moerbeek is vrijwel zeker Cornelis Moerbeek (1845 - 1921). Zijn beroep wordt in de overlijdensakte aangeduid als scheeptimmerman. In de advertenties die de firma later plaatste wordt aangeduid dat de werf is gevestigd in 1883. Dat zou dus goed kunnen, Cornelis was toen 38 jaar oud. Over deze periode is niets bekend.

Na 1921, dus na de dood van Cornelis, wordt de werf steeds aangeduid als Gebroeders Moerbeek. We weten zeker dat die gebroeders K. Moerbeek en C. Moerbeek waren. Van beide weten we de sterfdatums, dank zij rouwadvertenties in Het Parool: K. Moerbeek stierf op 4 juni 1960, C. Moerbeek stierf onverwacht op 14 april 1962. "Een humaan en medelevend werkgever", aldus de rouwadvertentie van het personeel van de werf. Maar de voornamen van de beide broers weten we niet, noch hun relatie tot Cornelis Moerbeek.

Met het adres van de werf is ook iets vreemd aan de hand. In De Courant Amsterdam van 10 januari 1921 staat een personeelsadvertentie: "1 of 2 scheepsmakers gevraagd voor direct. Gebr. Moerbeek Werf Einde Van Speykstraat". Het einde van de Van Speykstraat in Amsterdam is bij de Baarsjesweg, dus aan de westkant van de Kostverlorenvaart. Maar in een advertentie uit 1923 in het Nieuws van de Dag ("Woonboot te koop") wordt als adres Schimmelstraat 77 opgegeven. Dat is aan de andere kant, de oostkant, van de Kostverlorenvaart, een paar honderd meter meer naar het noorden. Is de werf tussen 1921 en 1923 verhuisd? Andere advertenties geven op Schimmelstraat 79, Schimmelstraat 72, Schimmelstraat 70 en één keer zelfs Schimmelstraat 40. Laten we het er maar op houden dat de werf vanaf 1921 aan het eind van de Schimmelstraat, bij de Kostverlorenvaart zat. Een paar keer wordt Baarsjesweg 135 als adres opgegeven, maar dat is weer aan de overkant (de westkant dus) van de Kostverlorenvaart, bijna recht tegenover de Schimmelstraat. Misschien dat de ene broer op de werf in de Schimmelstraat woonde en de andere broer er tegenover? Maar dat is interpretatie.

De allereerste meting over C. Moerbeek die we tegenkomen (meting A4214N van een bak uit 1893), vermeldt zowel als eigenaar als als bouwer C. Moerbeek in /Sloten/, dus niet in Amsterdam. De gemeente Sloten is in twee grote happen opgeslikt door Amsterdam. Eerst in 1877 het deel waar nu de Spaarndammerbuurt en de Staatsliedenbuurt liggen, waarbij de Schinkel de grens werd. In 1921 pakte Amsterdam de rest en de Gemeente Sloten werd toen opgeheven. Dus waarschijnlijk is de werf niet verplaatst tussen 1893 en 1898 (de tweede meting), maar hield de meter de voormalige plaatsaanduiding "Sloten" aan. Maar dat wijst dus ook weer op een of andere connectie met de westzijde van de Schinkel.

De werf was een typisch Amsterdamse dekschuitenwerf, die waarschijnlijk voor het eigen verhuurbedrijf dekschuiten bouwde. Andere grote afnemers waren S. Kraaipoel en de Fijnhouthandel. Verhuurbedrijf of niet, in de standaardadvertentie die tussen oktober 1928 en november 1930 vrijwel iedere twee weken in Weekblad Schuttevaêr geplaatst werd stond de werf vooraan: "Fa. Gebr. Moerbeek – Amsterdam Schepenmakers – Werf einde Schimmelstraat – Tel. 24327 – Gevestigd sedert 1883 – IJzer- en Houtenbouw – Verhuurders van Dekschuiten en Grondbakken – Autogene Electrische Sleephellingen – Wagenhelling voor motorbooten - Souline een Motor-Smeerolie waarop men vertrouwen kan".

In 1936 laat het bedrijf een sleepboot bouwen, de Trio. Die wordt niet op de eigen werf gebouwd, maar bij de N.V. Scheepswerf en Machinefabriek ’t Hondsbosch, voorheen C. Bosman te Alkmaar. "Deze boot, welke tevens geschikt is voor het verrichten van pleizier- en directie-vaart [...] is door de werf ('t Hondsbosch dus, JS) uitgerust met een 44 pk twee-cylinder Kromhout middeldrukmotor. Kortom, de werf van de Gebroeders Moerbeek was kennelijk niet in staat die sleepboot te bouwen. Overigens wàs er kennelijk al een sleepboot op de werf, maar een veel kleinere, want eind 1937 biedt de werf een sleepboot van 15 PK te koop aan. Ook daarvoor en daarna vinden we voortdurend advertenties voor woonboten, sleepboten, zelfs onderlossers, die zowel te koop aangeboden worden als te koop gevraagd. Kennelijk traden de gebroeders ook als scheepsmakelaars op.

Tussen 23 maart 1940 en 16 maart 1946 (dus de hele oorlog door, zij het dat W. Sch. tussen april 1944 en eind mei 1945 niet verscheen) adverteerde de werf weer eens in de 14 dagen in Weekblad Schuttevaer: "Fa. Gebr. Moerbeek Scheepswerf Sleepdienst Schuitenverhuurders Schimmelstraat 79 AMSTERDAM (W) Telefoon 80327 Bij geen gehoor en na 6 uur Telefoon 84186".

De werf profiteert kennelijk van de hausse in de scheepsbouw van de jaren vijftig. In Het Parool van 28 april 1956 staat een advertentie waarin de werf twee ijzerwerkers vraagt, en eveneens in Het Parool, maar dan van 27 april 1957, worden een ijzerwerker een lasser en een sjouwerman gevraagd.

Na de dood van K. Moerbeek in 1960 en C. Moerbeek in 1962 droogt de informatie over de werf op. De Trio wordt in 1972 verkocht, dus misschien is de werf tot dat jaar blijven bestaan, maar ook dat is weer niet zeker.

(JS, juli 2021)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!