Werf: N.V. Scheepswerf 'Nicolaas Witsen' v/h W.F. Stoel en Zoon

in Alkmaar

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "N.V. Scheepswerf 'Nicolaas Witsen' v/h W.F. Stoel en Zoon".

Algemeen

De werfcode is: =NicWitsen-Alkmaar
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Eilandswal in Alkmaar.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 185 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 93 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk jachten.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1860.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1963.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Bijzonderheden

Om te beginnen: de persoon Nicolaas Witsen heeft niets met de werf te maken. Nicolaas Witsen, die van het boek "Aeloude en Hedendaagsche Scheeps-Bouw en Bestier" (en burgemeester van Alkmaar) leefde van 1641-1717 en was allang dood toen de werf gesticht werd. De werf is slechts vernoemd naar deze beroemde Alkmaarder.

De werf is in 1856 gesticht door Hendrik Marinus Frans van Cleef, "scheepsbouwer en werktuigkundige" in Amsterdam. Hij kreeg van de gemeente Alkmaar het Veneetse Eiland tegenover de Bierkade in huur (de huidige Eilandswal), met als voorwaarde dat hij daar een scheepswerf zou starten. Sterker nog: in het contract stond dat hij vóór het eind van 1857 twee zeeschepen gebouwd moest hebben. Van Cleef stichtte daar inderdaad een werf die hij "Nicolaas Witsen" noemde. Hij bouwde één zeegaand schip, maar toen sloeg de economie om. Het tweede schip werd wel op stapel gezet, maar of het ooit is afgebouwd is de vraag. Van Cleef kwam in de financiële problemen en vertrok naar Rotterdam. Daar dook hij later op als reder, niet meer als scheepsbouwer. Pas in 1859 zag hij kans de werf te verkopen aan een groep Alkmaarse speculanten, die hem datzelfde jaar nog doorverkochten aan scheepsbouwmeester Gerrit Swerver Jzn. In 1859 kocht Swerver ook de (veel oudere) werf 't Hondsbosch, één eiland verderop gelegen (zie aldaar). Swerver behield de naam Nicolaas Witsen.

De werf van Swerver begon als reparatiewerf. Volgens Harry Raad en Joop Voorn leverde de werf pas in 1863 het eerste nieuwgebouwde schip op, de "Purmerende". In de metingen staat dat de Purmerend (zonder "e" aan het eind) al in 1860 zou zijn opgeleverd (meetnummer A25N). De scheepsmeters waren vaak onnauwkeurig, maar het bouwjaar hadden ze meestal goed, omdat dat in de scheepspapieren stond (en staat). We hebben een tweede kleine discrepantie: de schroefstoomboot "Burgemeester van Alkmaar" (meetnummer Ar10N) is volgens de metingen uit 1863 en volgens Raad en Voorn uit 1865. Misschien een verschil tussen te water laten en opleveren?

Dat zijn overigens meteen de enige twee metingen uit de tijd van Swerver. Vanaf 1866 lag de werf stil - er was zelfs enige tijd een schapenslachterij op het terrein gevestigd. In 1868 werden de beide werven van Swerver (dus Nicolaas Witsen en 't Hondsbosch) geliquideerd. De gemeente Almaar kocht Swerver uit en verkocht de werven door aan, opnieuw, speculanten.

In 1870 kwam de werf in handen van W.F. Stoel. (De werf 't Hondsbosch werd afzonderlijk verkocht. Zie aldaar.) Willem Frederik Stoel (1831-1903) was eigenlijk aannemer en later ook handelaar in bouwmaterialen. Stoel had behoefte aan vletten en aken om zijn bouwmaterialen te vervoeren. Overigens gebruikte hij de werf ook voor opslag van bouwmaterialen.

En nu ging het wèl goed met de werf. Eerst bouwde Stoel alleen kleine schepen voor eigen gebruik, maar al spoedig werkte de werf ook voor derden. Er zijn geen schepen van deze werf gemeten die tussen 1863 en 1892 gebouwd zijn. Maar toch kunnen we uit andere bron nagaan wat de productie van de werf was: vrijwel uniek aan deze werf is dat de werfboeken van tussen 1876 en 1980 bewaard gebleven zijn in het Regionaal Archief Alkmaar. Stoel was overigens een echte 19e-eeuwse "entrepreneur": hij ontwierp en bouwde en exploiteerde zijn eigen kalkovens (aan het Zeglis) en had vanaf 1880 een eigen steenhouwerij.

In 1890 trad de zoon van Stoel, W.F. Stoel Jr. (1869-1931), tot de zaak toe. Vanaf dat moment was de officiële naam W.F. Stoel & Zn. Vanaf die tijd - en zeker na 1900 - zien we steeds meer schepen die door de werf worden opgeleverd ook daadwerkelijk gemeten worden. Raad en Voorn claimen zelfs (met een dikke slag om de arm): "Nicolaas Witsen is volgens sommigen [wie? JS] zelfs de eerste werf geweest die stalen schepen bouwde voor binnenlands gebruik." De werf was na 1900 overigens meer gespecialiseerd in "stalen luxe motorbooten" en stalen motorsloepen, die uit de aard der zaak meestal niet gemeten werden. De productie was dus veel groter dan de metingen laten zien. Twee beroemde "luxe booten" uit 1905 waren de jachten Salvator (meetnummer Ar340N) en Olga (meetnummer Ar342N). Een werfplaatje dat uit die tijd bewaard is gebleven noemt de werf "Scheepswerf en Constructie Werkplaats 'Nicolaas Witsen' W.F. Stoel & zoon Alkmaar Holland".

Het grootste schip dat ooit op de werf (of, wat dat betreft, in Alkmaar) gebouwd is, is de coaster "Victorie" uit 1917. Die staat niet in de metingen, want het is een zeeschip. Helaas vinden we hem ook (nog) niet terug in de Maritiem-Historische Databank.

In 1920 veranderde de juridische status van de werf. Het werd een N.V. met de naam "N.V. Scheepswerf 'Nicolaas Witsen' v/h W.F. Stoel en Zoon". De scheepsmeters volgden die naam redelijk getrouw. In 1931 stierf W.F. Stoel Jr en ging het bedrijf over naar diens zoon, de derde W.F. Stoel (1898 - ?). Inmiddels hadden we de crisis van 1929 gehad en trad de recessie van de jaren dertig in. Die raakte de werf hard. Er waren nog oudere orders, die de werf door de eerste jaren heen hielpen, maar in 1932 droogden de nieuwbouworders zo goed als op. Noodgedwongen fuseerde de werf met die van Abraham Vis uit Waddinxveen (zie aldaar). Die zat in ongeveerde hetzelfde segment als de werf van Stoel: kleine open vaartuigen. De combinatie ging heten "N.V. Scheepswerven Nicolaas Witsen & Vis". De werf in Waddinxveen werd gesloten, Vis werd de directeur en Stoel werd voorzitter van de Raad van Commissarissen.

Vanaf 1937 zien we een opleving. De werf krijgt weer opdrachten, niet zozeer voor jachten, maar hij weet kennelijk in te breken op de markt voor motorsleepboten. Mar de volgende klap is natuurlijk de Tweede Wereldoorlog. Zoals zoveel andere werven neemt de werf noodgedwongen opdrachten aan voor de Duitsers. In de metingen komen die niet voor.

Na de Tweede Wereldoorlog is de markt nog lang moeilijk, zeker voor jachtbouwers. De werf treedt toe tot de combinatie "Feadship" (First Export Association of Dutch Shipbuilders. Zoals de naam al aangeeft is dit een marketingorganisatie, vooral gericht op het buitenland.) Door de hoge dollarkoers is de Nederlandse scheepsbouw relatief goedkoop, ook de jachtbouw en de werf pikt een flink graantje mee. In 1952 wordt het eerste jacht opgeleverd dat geheel van aluminium is gebouwd. Andere beroemde schepen - evenmin gemeten - zijn de draagvleugelboot Witvis uit 1955 en het motorjacht voor Prins Bernhard, de Budi, uit 1961. De laatste was overigens een standaardmodel van Nicolaas Witsen en Vis.

De metingen drogen op in 1963. Inmiddels was de werf aan het verhuizen: in 1958 werd terrein verworven aan de Kraspolderweg bij De Omval (in Alkmaar) en in 1962 werd daar een nieuwe, moderne en grotere werf geopend. De werf op de Eilandswal werd eind jaren zestig verlaten. Inmiddels was de scheepsbouw in Nederland in zwaar weer verzeild geraakt en ook Nicolaas Witsen en Vis ging kopje onder. In 1972 werd de werf overgenomen door Beheersmaatschappij De Nijs, die er de Nnaam "Scheepwerven Nicolaas Witsen" aan gaf. In de jaren zeventig werden nog een aantal nieuwbouwopdrachten voor grote jachten en blusboten voor Irak verworven, maar de werf besteedde de bouw van de casco's uit, alleen de aftimmering gebeurde nog bij Witsen.

In de jaren zeventig en tachtig stokte de productie geheel. De naam leeft nog voort in het huidige "Nautisch Centrum Nicolaas Witsen" waar een aantal bedrijven jachtservice verleent.

Ik heb ervoor gekozen om de werf maar één keer te noemen. Alle metingen (op misschien de laatste na) zijn van schepen die op de Eilandswal gebouwd zijn. Het is een beetje erg rechtlijnig om voor die ene meting (waarvan we niet eens zeker weten dat jij aan de Kraspolderweg gebouwd is) een eigen lemma in te voeren. Maar weet dus dat vanaf ongeveer 1970 de werf en thans het Nautisch Centrum op een andere plaats ligt dan de oorspronkelijke - en hier besproken - werf.

(JS, april 2022)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!