Werf: A. Bennik

in Vreeswijk

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "A. Bennik".

Algemeen

De werfcode is: =Bennik-Vreeswijk
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Wierselaan 133 in Vreeswijk.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 2 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 1 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk binnenschepen.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1902.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1904.

Later is de werf overgenomen of opgevolgd door de werf Firma Gebr. van Zutphen in Vreeswijk.

Bijzonderheden

Vreeswijk lag aan de Vaartsche Rijn en was dus altijd al een schippersdorp. Maar eigenlijk kwam het dorp pas tot ontwikkeling na de aanleg van het Merwedekanaal (1881-1892) met de sluizen naar de Lek.

De infrastructuur waar de werf gebruik van kon maken bestond grotendeels al: de Wierselaan was een oude weg die eertijds naar het landgoed De Wiers leidde, en de insteekhaven was al eerder gegraven ten behoeve van de Nederlandsche Stoombriquettenfabriek die het westelijke deel van de tuinen van dat (inmiddels geheel vervallen) landgoed had gekocht en omgezet in een industrieterrein. Dat terrein omvatte ongeveer het huidige woongebied tussen de Passantenhaven in het noorden en de haven naast de Museumwerf in het zuiden.

H.R. Bennik in Vreeswijk, en later zijn zoon H. Bennik HRzn, waren in de tweede helft van de 19e eeuw nationaal opererende aannemers van grond- en waterwerken. De zoon begon in 1880 tevens een sleepvaartondernemening: "Aan H. Bennik H.-R.zn. te Vreeswijk is tot wederopzegging vergunning verleend voor een stoomsleepdienst op de rivieren, stroomen en kanalen in Nederland waar sleepbooten worden toegelaten, alsmede op de Zuiderzee." Maar het wordt pas interessant als we zien dat aannemersbedrijf Bennik in 1882 de aanbesteding wint voor de bouw van een pand van het Merwedekanaal, namelijk de verbreding van de Vaartsche Rijn bij Vreeswijk. Een aannemer heeft een "werf" nodig om zijn materiaal op te slaan -- en bij zo'n groot werk zullen dat ook zeker verscheidene zandschuiten geweest zijn. En hij bezat dus vermoedelijk ook een of meer sleepboten. Ondehield hij die zelf? Waar had Bennik zijn werf?

Weer een stapje dichterbij. Een berichtje uit oktober 1883: "Het vaartuig, dat in de groote schutsluis te Vreeswijk gezonken lag, is door den Heer H. R. Bennik Jr. aldaar, gisterenmiddag gelicht. De duiker had het schip zooveel mogelijk dichtgemaakt. Het vaartuig, dat thans bij de scheepshelling te Vreeswijk ligt, heeft nogal belangrijke schade bekomen." Ja, maar bij welke scheepshelling dan? In die tijd was Buitendijk al aktief aan de Helling in Vreeswijk -- of was het toch een eigen helling van Bennik?

De eerste keer dat er echt sprake is van een werf van Bennik is in mei 1892, als het wrak van het Tjalkschip De Eendracth wordt verkocht ... "liggende aan de Scheepstimmerwerf van A. Bennik, bij 't Huis „De Wiers", te Vreeswijk." Bingo. Dus ergens tussen 1882 en 1892 is de werf opgericht. De verhouding van A. Bennik tot de aannemers H.R. Bennik is mij niet bekend. Het rare is dat er na 1883 geen spoor meer te vinden is van de aannemingsmaatschappij. Hebben ze zich aan een project vertild?

In februari 1895 komt de werf van A. Bennik voor in een notariële akte over de verkoop van een Rijnschip. En daarna blijft het stil tot juli 1904, als A.C. Bennik een advertentie plaatst voor de wervingn van "bekwame plaat- en ijzerwerkers." In februari 1905 vraagt hij ook "aanbouwers en klinkers".

Uit die periode stammen ook de twee gemeten schepen van de werf: een woonschip uit 1902 en een aakschip uit 1904.

En dan houdt het abrupt op. We weten dat de werf in 1905 is overgenomen door J.H. van Zutphen uit Wilnis (zie aldaar), maar er is geen spoor van die transactie terug te vinden.

Kortom: de werf bestond zeker al in 1893, en misschien al 10 jaar eerder. In 1905 is de werf verkocht aan Van Zutphen. De werf heeft weinig sporen achtergelaten: 2 scheepsmetingen, een paar personeelsadvertenties.

Alle werven in Vreeswijk samengevat: in 1900 zijn er drie werven, Buitendijk (Wierselaan 113), Bennik (Wierselaan 133) en De Keulsche Vaart (Wierselaan t.h.v. 241). Buitenweg blijft bestaan tot 1994 en dat terrein is thans de Museumwerf Vreeswijk. Bennik wordt in 1905 overgenomen door Van Zutphen, die gaat in 1982 failliet. Op het terrein staan thans woningen. De werf De Keulsche Vaart wordt in 1952 overgenomen door Van Zutphen. Op dat terrein is thans nog een watersportvereniging actief. Het huis De Wiers dat bij die werf hoorde is herbouwd.


(JS, mei 2022)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!