Werf: Gebr. Fernhout

in Jutphaas

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "Gebr. Fernhout".

Algemeen

De werfcode is: =Fernhout-Jutphaas
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Vaartsche Rijn (thans Liesboschweg) in Jutphaas.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 8 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 2 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk binnenschepen.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1897.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1908.

Later is de werf overgenomen of opgevolgd door de werf N.V. Scheepswerf en Machinefabriek De Liesbosch in Jutphaas.

Bijzonderheden

Vader Heine Fernhout (1832-?) had een werf voor houten schepen in Smilde. Maar toen de turf daar op raakte verliep de werf. Twee van zijn zoons, Gerrit-Sander en Jan-Abraham, richtten een nieuwe scheepswerf in aan de Vaartse Rijn in Juthaas. Dat leek een goede beslissing: de Vaartse Rijn was onderdeel van de Keulsche Vaart, de vaarweg van Utrecht naar de Lek of, in een groter verband, van Amsterdam naar Duitsland.

De gebroeders Fernhout kochten een stuk land van Jan Willem Mijnlief, de eigenaar van het huis en de steenfabriek Liesbosch. De gebroeders vragen vergunning aan voor "eene inrichting tot het vervaardigen en
herstellen van houten en ijzeren vaartuigen". Op 31 augustus 1903 wordt de koopakte in Assen gepasseerd.

Het oprichten van de werf vergde een flinke investering. De broers kochten de grond voor f 12.000. In mei 1904 besteden de broers een scheepsdwarshelling aan voor f 22.222. In 1906 worden zes arbeiderswoningen en een bazenhuis gebouwd. De broers sloten een lening af van f 23.000 bij de Onderlingen Nederlandsche Hypotheekbank in Groningen. Daarnaast stak een oom, die bovenmeester was in Smilde, er ook geld in.

De gebroeders konden het niet bolwerken. Al op 23 juni 1908 werden ze door de hypotheekbank voor het eerst in gebreke gesteld. In maart 1909 legde de bank beslag op de werf en 17 juni werd hij geveild. Bij de veiling werd de werf voor het eerst aangeduid als "De Liesbosch". De inventarislijst is fascinerend, zie daarvoor het boek van De Waard.

Voor het vervolg verwijs ik naar de beschrijving van de werf De Liesbosch, zie de verwijzing hierboven.

Meting A4304N geeft als bouwjaar 1897. Dat is dus onjuist, de werf is pas in 1903 gesticht.

(JS, april 2019, bijgewerkt juni 2022)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!