Werf: N.V. IJsselwerf

in Gorinchem

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "N.V. IJsselwerf".

Algemeen

De werfcode is: =IJsselwerf-Gorinchem
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

De werf bevond zich in Gorinchem.

Er staan 27 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 11 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf was niet gespecialiseerd in één soort vaartuigen.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1924.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1944.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Deze werf is een vervolg op de werf C. de Groot en F. Looijen, later Fortuna in Gorinchem.

Later is de werf overgenomen of opgevolgd door de werf Bijker's Aannemingsbedrijf NV, IJsselwerf in Gorinchem.

Bijzonderheden

Begin 1916 moet E. van Goor in Kampen zijn werf sluiten wegens gebrek aan opdrachten. De werf wordt opgekocht door een Utrechtse Machinefabriek, die de werf omzet in een N.V. en hem de naam N.V. IJselwerf (Ja, met één 's') geeft. Kennelijk kan de nieuwe eigenaar wèl opdrachten verwerven, althans, er lopen nog tijdens de Eerste Wereldoorlog twee schepen van stapel: de Utrecht, een zeeschip van 1500 ton, en de Frans Naerebout, een bewapende loodsboot voor het Ministerie van Marine.
In September 1919 verwerft de N.V. IJselwerf een tweede werf, de werf N.V. Fortuna in Gorinchem. "De veele belangrijke orders welke deze maatschappij heeft geboekt, waren aanleiding tot het koopen van deze scheepswerf".

Dat leidt tot de noodzaak van herkapitalisatie. Op 21 juli 1920 wordt opgericht de 'N.V. IJsselwerf, scheepsbouwmaatschappij en machinefabriek' (nu wel dubbel 's') gevestigd te Utrecht met scheepswerven in Kampen en Gorinchem. Dat is dus een houdstermaatschappij, die de twee bestaande werven gaat exploiteren: de voormalige werf van Van Goor in Kampen en de voormalige werf Fortuna in Gorinchem.
Degenen die investeren in de N.V. gokken in eerste instantie goed. De periode 1919-1922 vormt een korte hausse in de Nederlandse scheepsbouw - vooral door de grote vraag naar tonnage op zee, na de ongeremde duikbootoorlog van 1916-1918. De IJsselwerf in Utrecht (dus de houdstermaatschappij van beide werven) keert in mei 1921 meteen maar een dividend uit van 15% over het afgelopen boekjaar. Maar daarna heb ik geen enkel dividend meer gevonden ... wat niet zegt dat het er niet is geweest, maar het heeft de kranten niet gehaald.

Eén schip (twee metingen, namelijk R30981N en R37196N) zou in 1925 gebouwd zijn bij de IJsselwerf in Utrecht, maar dat was dus geen werf maar een kantoor. Ik breng die metingen onder bij de IJsselwerf in Gorinchem.

----- Gorinchem ----

Van Beusekom zegt expliciet dat de IJsselwerf een voortzetting is van de in 1919 verkochte werf Fortuna.

Er zijn 27 metingen van schepen die gebouwd zijn bij de IJsselwerf in Gorinchem in de periode 1923 - 1944. Elf daarvan zijn unieke of eerste metingen, dus vermoedelijk gaat het over 11 schepen. Eén meting (H2871N) van een schip uit 1925 geeft als werfnaam "werf 'De IJselwerf' van Kooy en Boesen". Die namen komen we elders nergens tegen. Het handschrift is moeilijk te lezen. De bewerker van de ligger heeft er bij de digitalisering van gemaakt "Koog en Bot en Zn." maar dat haal ik er niet uit. Ook op die namen is niets te vinden. Niet vreemd: de IJsselmij was een N.V. Waarschijnlijk zijn het de namen de namen van de bedrijfsleiders, maar die hebben verder geen spoor nagelaten.

Naast de gemeten vrachtschepen heeft de IJsselwerf in Gorinchem een aantal bewakingsvaartuigen voor de Nederlands-Indische marine gebouwd. Zie Van Beusekom. Uit de pers blijkt ook dat beide werven (dus die in Gorinchem en die in Kampen) vrijwel tegelijkertijd een zeeschip opleveren voor de KNSM: begin juli 1921 werd in Kampen de Nereus te water gelaten, eind augustus 1921 liep in Gorinchem de Perseus van de helling. In Kampen was dat een heel gedoe: "Het ongewoone grootscheeps-bedrijf had voortdurend druk bekijks". Beide schepen hebben overigens stoommachines van de machinefabriek De IJsselwerf in Utrecht. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

In januari 1920 staat de rivier de Merwede zo hoog dat de werf in Gorinchem overstroomt. In januari 1924 worden alle arbeiders in Gorinchem ontslagen, wegen slapte in het bedrijf. In juni 1924 wordt de werf in Gorinchem "geheel door brand vernield." Nou ja, geheel, in hetzelfde verslag blijkt dat de machinehal en kantoren gespaard zijn gebleven. Maar toch, 50 man zijn na de brand werkloos. Daarmee hebben we meteen een indicatie van de omvang van de werf. Die 50 man waren kennelijk tussen januari en juni (weer) ingehuurd. Was dit een gevalletje van "insure and burn"? Hoe dan ook, de werf produceert in 1925 en 1926 nog meerdere schepen.

Het is een veeg teken dat we geen metingen tegenkomen van schepen die op de werf gebouwd zijn tussen 1927 en 1943. Misschien was er nog reparatiewerk, maar nieuwbouw blijft uit. Begin maart 1930 staat de IJsselwerf in Gorinchem te koop. Daarna wordt het heel vaag, maar kennelijk is de werf toen kennelijk niet verkocht, want op 30 maart 1940 (dus 10 jaar later) staat hij nog (of weer?) te koop: "Geldbelegging. Zeewerf Fabrieksexploitatie. Te koop liggende aan de Merwede te Gorinchem: De Kapitale Fabrieksgebouwen annex Directiewoning met kantoor, [...] der voorm. IJsselwerf, w.o. 3 betonnen scheepslangshellingen, 10 arbeiderswoningen en haven; het geheel direct te aanvaarden." De werf stond dus kennelijk leeg.

Pas vanaf 1946 verschijnt de naam Bijkers in combinatie met IJsselwerf in Gorinchem. (Zie =Bijkers-Gorinchem.) Bijkers was een aannemersbedrijf. Het is in 1933 opgericht en heeft in of kort na W.O. II de leegstaande IJsselwerf overgenomen. Is het mogelijk dat Bijkers naar aanleiding van die advertentie al in 1940 het terrein gekocht heeft? In dat geval zouden de metingen uit 1944 al aan Bijkers toegeschreven moeten worden. De naam is dan echter nog IJsselwerf.

---- Kampen ----

Ik kan het nergens anders kwijt, dus zet ik hem hier maar bij: over die IJsselwerf in Kampen is noch in de metingen, noch bij de Maritiem-Historische Databank (MarHisData, de databank over Nederlandse Zeeschepen) iets terug te vinden. Toch was dit wel degelijk een middelgrote werf, die kennelijk in staat was eerst het zeeschip Utrecht van 1500 ton te bouwen, en later de Nereus voor de KNSM, eveneens een zeeschip van 1600 ton. Overigens liep de eenmaal afgebouwde Nereus op de proefvaart van Kampen naar Amsterdam, toen nog over de Zuiderzee, op 30 november 1921 vast in het ijs. Dàt waren nog eens winters! Dat was niet heel serieus: twee dagen later bericht een andere krant dat het schip in Amsterdam is aangekomen.

De werf in Kampen is volgens de Wervenlijst van Binnenvaarttaal een voortzetting van de werf van Van Goor (zie: =Goor-Kampen). De aanduiding IJsselwerf Kampen komen we voor het eerst tegen in een advertentie uit augustus 1916, als de werf een hoekijzersmid vraagt. Het is dan al een N.V.: midden 1917 wordt voorgesteld het dividend over 1916 op 5% te bepalen. En dat in de slechte tijd van de Eerste Wereldoorlog!

In november 1921 moet de werf in Kampen "wegens slapte in het bedrijf" al weer "het meerendeel der werklieden ... ontslag aanzeggen". Maar in 1922 heeft IJsselwerf juist weer ruimte nodig: op 7 maart 1922 besluit B&W van Kampen om een (extra?) kribvak aan de werf te verhuren. In november 1923 verzoekt de werf aan de gemeente om "enkele perceelen grond in Brunnepe weder te mogen inhuren". (Brunnepe is een wijk in het noord-westen van Kampen.) Maar daarna gaat het fout: begin 1924 koopt de gemeente Kampen juist weer het terrein van de werf terug. Dat kan gemakkelijk, want "wegens werkoosheid ligt deze werf reeds meer dan een jaar stil." De korte hausse in de scheepsbouw is alweer over. De werf vraagt 45.000 gulden voor het terrein, maar de gemeente onderhandelt scherp en uiteindelijk neemt de werf genoegen met 25.000 gulden.

En dat is, voor zover ik kan nagaan, het einde van de IJsselwerf in Kampen. De plaats waar de werf gestaan heeft wordt een gemeentewerf - dus geen scheepswerf, maar een opslag voor Openbare Werken. De naam "IJsselwerf" voor die gemeentewerf blijft nog lang in gebruik, maar er is geen sprake meer van enige scheepsbouw.

Voor alle zekerheid: er is na 1945 nòg een IJsselwerf geweest, in Capella aan den IJssel. Voor zover ik kan nagaan hebben die twee werven alleen de naam gemeen.

(JS, april 2019. Aangevuld met IJsselwerf Utrecht en IJsselwerf Kampen, februari 2022)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!