Werf: N.V. Scheepsbouwwerven v/h P. & A. Ruijtenberg

in Waspik

Deze pagina geeft bijzonderheden over deze werf. Als u de pagina gelezen hebt kunt u hem sluiten. U komt dan terug op de detailpagina over het schip.

Toelichting

Er ging in de metingen nog al eens iets fout bij het overnemen van de werfnaam: vaak kregen de scheepsmeters de naam van de werf niet te zien maar werd die verteld door de schipper of de eigenaar. De meters schreven op wat ze dachten te horen.
Bovendien was het handschrift van de meters niet altijd even duidelijk, dus bij het digitaliseren van de scheepsgegevens ging ook nog wel eens wat mis. We hebben getracht de naam van de werf te achterhalen zoals die door de werf zelf het vaakst gebruikt werd. In dit geval dus: "N.V. Scheepsbouwwerven v/h P. & A. Ruijtenberg".

Algemeen

De werfcode is: =Ruijtenberg-Waspik
Desgewenst kunt u alle metingen van schepen van deze werf inzien, onafhankelijk van de spelling die in de metingen voor de werf gebruikt is.

Het adres van de werf was Scharlo in Waspik.  
(De positie op het kaartje is bij benadering.)

Er staan 606 metingen voor deze werf in de database. Daarvan zijn er 247 eerste (of enige) metingen, dus met redelijke zekerheid unieke schepen.

De werf bouwde hoofdzakelijk binnenschepen.

Het eerste bouwjaar (dus niet meetjaar!) dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1884.

Het laatste bouwjaar dat in de metingen voor de werf vermeld wordt is 1968.

Andere namen voor deze werf

Afgezien van overduidelijke schrijffouten en misinterpretaties komen we in de metingen de volgende namen voor de werf tegen:

Later is de werf overgenomen of opgevolgd door de werf N.V. Scheepsbouwwerven v/h P. & A. Ruijtenberg in Raamsdonk en/of Raamsdonksveer.

Bijzonderheden

De Brabantse Langstraat (het gebied tussen Geertruidenberg en Waalwijk) stond begin 20e eeuw bekend om zijn schoenenindustrie. Minder bekend is dat hier ook al vroeg turf werd gestoken en dat er in de 18e en 19e eeuw een landbouw-surplus was (en dan vooral hooi). Zowel de turf als het hooi moest worden vervoerd naar de afzetmarkten, tot in Engeland aan toe. Dat gebeurde tot aan het graven van de Bergse Maas (officieel geopend in 1904) via het Oude Maasje, een voormalige en bovenstrooms verzande stroomgeul van de Maas, die vanaf Waalwijk bevaarbaar was. (Tot 1904 boog de Maas bij Heusden af naar het noorden, om bij Woudrichem in de Waal uit te monden.) En zo werd het westelijk deel van de Langstraat ook een schippers- èn scheepsbouw bolwerk.

GENEALOGIE

De eerste keer dat we de naam Rui[j]tenberg in Waspik als scheepsbouwer tegenkomen is midden achttiende eeuw. Johannes (Jan) Ruitenberg (met alleen maar een "i", 1719 - 1796) kocht op 15 juli 1744 een scheepstimmerwerf van Jan Janszoon van den Hoeck. (Op 6 april 1767 kocht Jan een tweede werf in Raamsdonksveer. Die negeer ik, hij komt niet in de metingen voor en hij werd in 1864 verkocht aan Dirk van Suijlekom uit Oosterhout.)
In mei van het jaar 1779 kocht zijn zoon Pieter Ruitenberg (1745 - ?) de scheeptimmerwerf van zijn vader Jan voor een bedrag van 1703 gulden.
Dan wordt het even vaag. Er is een volgende generatie Joannes Ruitenberg (1777- na 1820) waarover niets bekend is. Opvallend is dat zijn vrouw, Wilhelmina (Mijna) Liesveld (1778 - 1847) bij haar overlijden wordt aangeduid als "scheepstimmeresse". Zoals zo vaak in de 19e eeuw een vrouw die, zo lang ze getrouwd was, officieel handelingsonbekwaam was, maar die na de dood van haar man uitstekend bleek te kunnen handelen!
Joannes en Mijna hadden twee zoons, Jan Adriaan Ruitenberg (circa 1810 - na 1860) en Cornelis Ruitenberg (circa 1818 - ?). Deze hadden later beiden een eigen werf in Waspik. De vermoedelijke splitsing van de voorouderlijke werf vond kort voor of in 1858 plaats. Althans, in 1858 zette Cornelis Ruijtenberg (ja, een "ij"!) een personeelsadvertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant (toen nog een plaatselijke krant in Rotterdam) waarin hij vier scheepsmakersknechts vroeg -- kennelijk waren die op dat moment in de Langstraat niet te vinden. Vier tegelijk, dat duidt ofwel op een grote opdracht voor een bestaande werf ofwel op een nieuwe werf. Ik vermoed het laatste. Hoe dan ook, Cornelis had dus in 1858 een eigen werf. De oude werf lag op Scharlo 2, de nieuwe werf op Scharlo 4, wat ook al weer duidt op een opsplitsing van de bestaande werf.
Jan Adriaan (van Scharlo 2) had twee zoons, Pieter Adrianus (1852 -1935) en Adrianus (1854 - 1914). Deze Adrianus wordt meestal genoemd als de "A" in P. & A. Ruijtenberg, maar dat klopt niet. Dat kàn niet kloppen, want de broers waren gezamenlijk erfgenaam van de werf aan Scharlo 2, en hadden op dat moment niets van doen met de werf aan Scharlo 4. Geen snippertje bewijs voor een eigen werf van (deze) Adrianus.
De "A" was wel een Adrianus, maar de kleinzoon van Cornelis, van de werf op Scharlo 4.
De kinderen van Cornelis zijn niet bekend in de genealogische lijsten. Maar in een gerechtelijk exploit van 26 februari 1878 staan hun namen. In 1877 was er namelijk een betalingsconflict ontstaan over een opgeleverd schip. De Ruijtenbergs (dus de kinderen van Cornelis) eisten betaling, en dat waren toen: Pieter Adrianus (dat is dus dus een andere dan zijn neef van Scharlo 2 met dezelfde naam), zijn broer Johannes, de echtgenoot van zijn zuster Wilhelmina, en de voogd van de minderjarige wezen van zijn (oudste) broer Adrianus: Adrianus, Giel en Johanna Ruijtenberg. Die laatste Adrianus (dus een kleinzoon van Cornelis) kwam uiteindelijk in het bezit van de werf aan Scharlo 4. In het exploit is overigens weer spake van Ruijtenberg met een lange "ij".

VANAF 1891: ÉÉN WERF IN WASPIK

Om het moeilijker te maken waren er dus van (vermoedelijk) 1858 tot (zeker) 1891 twee werven van Ruijtenberg: één van Pieter Adrianus Ruitenberg, zoon van Jan Adriaan (Scharlo 2); en één van Adrianus Ruijtenberg Jr., kleinzoon van Cornelis en broer van Giel en Johanna (Scharlo 4). In 1891 werden beide werven samengevoegd en ging de werf verder onder de naam P. & A. Ruijtenberg. (Nu definitief een lange "ij". Sommige literatuur zegt dat Pieter Adrianus en Adrianus broers waren, anderen zeggen dat ze vader en zoon waren, maar in werkelijkheid waren ze oudoom en achterneef.) In 1893 had de samengevoegde werf, volgens opgave van het CBS, 58 mannen en 6 jongens in dienst.

Veel (maar niet alle!) contracten over schepen die de werf nieuw gebouwd heeft zijn bewaard bij het Maritiem Museum Rotterdam. Die vormen de basis voor de bouwlijst bij S2HO. Opmerkelijk is dat alle schepen in die lijst van ijzer of, later, van staal zijn. Het oudste contract (en het eerste schip in de bouwlijst) is van 1885. De (toen nog) beide werven van Ruijtenberg in Waspik waren dus betrekkelijk vroeg met ijzerbouw. In werkelijkheid was het zelfs nog een jaar eerder: de werf van Adrianus Ruijtenberg (Scharlo 4) bouwde al in 1884 een ijzeren schip, de Broedertrouw van 250 ton, voor M. Verschuren in Oosterhout. Er is geen contract van bewaard gebleven en het schip komt dus niet voor in de bouwlijst.

In 1908 kwam de (pas twee jaar oude) werf van Theissing en Oostlander in Raamsdonksveer in zwaar weer. Na enige verwikkelingen kochten de Ruijtenbergs die werf in 1909, die ook P. & A. Ruijtenberg ging heten. Vanaf dat moment waren er dus weer twee werven P. & A. Ruijtenberg: een in Waspik en een in Raamsdonksveer, maar die waren tot 1970 onder dezelfde directie.

In 1912 traden achtereenvolgens Pieter Adrianus en iets later Adrianus terug. Zij werden opgevolgd door hun zoons: Johannes en Adrianus (de derde van die naam). De naam van de werf bleef echter P. & A. Ruijtenberg. In 1923 was er kennelijk behoefte aan herfinanciering van de werf en werd de zaak omgezet van een vennootschap onder firma naar een N.V. Nu werd de naam licht gewijzigd in "N.V. Scheepsbouwwerven v/h P. & A. Ruijtenberg".

Op 28 september en op 5 oktober 1944 werd de werf door de geallieerden gebombardeerd. Kennelijk niet erg effectief: twee loodsen werden beschadigd, maar de dwarshelling bleef vrijwel ongeschonden. De werf had meer last van de Duitsers, die in de eerste helft van 1945 veel scheepswerven in Nederland plunderden: drie electromotoren en veel klein gereedschap werd gevorderd om naar Duitsland weggevoerd te worden. Maar in september 1945 was de werf al weer in bedrijf, zij het dat het erg veel moeite kostte om aan staal te komen. Natuurlijk werden er in de eerste na-oorlogse jaren meer reparaties dan nieuwbouw uitgevoerd.

NA DE OORLOG

Na de oorlog werden Johannes en Adrianus (III) opgevolgd door hun zoons Piet en Ad. Raad eens wat de volle voornamen van de heren waren? Jawel, Pieter Adrianus en Adrianus, inmiddels de vierde generatie met die namen.

De jaren tussen circa 1950 en 1966 vormden een hoogtepunt voor de Nederlandse scheepsbouw. Tegelijkertijd trad een ongekende schaalvergroting in de scheepvaart op. In eerste instantie profiteerde de werf in Waspik van de hausse, maar uiteindelijk werden de schepen zo groot dat ze niet meer in één stuk in Waspik gebouwd konden worden. En ook de tewaterlating en het vervoer van de schepen naar groter water werd problematisch. Waspik was vanouds een getijdehaven, en het bleef nog lang mogelijk om een groter schip kort vóór springtij te water te laten en vervolgens met springtij naar de Bergse Maas te varen. Maar toen rond 1965 eerst het Volkerak werd afgesloten en kort daarop het Haringvliet, was het gedaan met de getijdebeweging. De werf in Waspik werd gewoon te klein. Inmiddels was de hausse ook voorbij, het aantal nieuwbouwopdrachten stokte, en de werf lag zo langzamerhand te ver van groot vaarwater om nog genoeg reparatie- en verbouwings-opdrachten te verkrijgen. Eind 1970 werd de werf in Waspik gesloten. Alle activiteiten werden geconcentreerd bij de werf in Raamsdonksveer.

De schepen die door Ruijtenberg gebouwd zijn hebben een karakteristieke vorm, die door ingewijden onmiddelijk herkend en gewaardeerd wordt. Vooral het achterschip was vaak "typisch Ruijtenberg". Men sprak wel van een Waspikse kont.

In 1980 traden Piet en Ad Ruijtenberg terug en er was geen opvolging in de familie meer. Daarom werd de werf in Raamsdonksveer verkocht aan P.C. Bons en C. Bakker, die de naam veranderden in ‘B.V. Scheepswerf voorheen P. en A. Ruijtenberg’. Vanaf dat moment zat er geen Ruijtenberg meer in de directie.

(JS, augustus 2022)

Literatuur en bronnen

Aanvullingen?

Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom! E-mail ze naar wervenlijst[at]s2ho.nl
Vervang [at] door een apestaartje (@). Zo krijgen wij beduidend minder spam!